Wambeeks

Custom Properties

Principal location
Wambeek
Source
Wambeek: bijdragen tot de geschiedenis (1993). Onder red. van Van Eeckhoudt, Luc en anderen. Leuven: Acco.
208 records found.
# Idiom Meaning Number of properties
1 Aan de grote klok hangen iets uitbazuinen 5
2 Aan het vijlen/zagen zijn luid snurken of zeuren 7
3 Aan zijn asem rieken kunnen horen, weten dat… 5
4 Achter de rokken lopen achter de meisjes lopen 5
5 Achter het gat spreken/klappen kwaad spreken 6
6 Alles aan haar gat hangen veel geld aan kleren besteden 6
7 Alles achter zijn gat laten liggen nooit opruimen 6
8 Bij de duivel gaan te biechten bij de verkeerde gaan aankloppen, de verkeerde in vertrouwen nemen 5
9 Bij de varkens opgevoed zijn zeer onhebbelijk en ongemanierd zijn 6
10 Daar een voetje voor hebben meer kans of voordelen krijgen 7
11 Daarvan een vijs aanmankeren zot zijn 6
12 Dat is maar wind het heeft niet zoveel te betekenen 6
13 Dat kan hem geen laars schelen dat kan hem niets schelen 6
14 Dat zit in mijn mouw dat zal ik onthouden 5
15 De benen van onder zijn gat lopen zich uitsloven, veel heen en weer lopen 9
16 De beste koeien staan op stal te koop de beste meisjes zijn thuis te vinden niet in 't café of op het bal 5
17 De biest uithangen zich liederlijk gedragen, zwaar boemelen 6
18 De biëst/het varken uithangen hij gedraagt zich niet zoals het hoort 7
19 De boom niet geraakt hebben geen enkel (kaart) spel gewonnen 7
20 De broek dragen de baas zijn 9
21 De duivel in zijn lijf hebben van alle misplaatste streken uit halen 7
22 De duivel schijt altijd op dezelfde hoop wie al veel heeft, heeft ook 't meeste geluk 5
23 De heilige uithangen schijnheilig zijn 6
24 De katten zitten met hun rug naar het vuur het zal sneeuwen 5
25 De kelderstenen zijn nat onweer op komst 6
26 De kikvorsen maken veel lawaai het gaat regenen 6
27 De koe bij de horens pakken de zaak flink aanpakken 6
28 De koeien lopen met hun staart omhoog het gaat onweren 5
29 De krib vol hebben meer dan genoeg gedronken hebben 7
30 De pijp uit zijn gaan lopen zijn 6
31 De rammen van de ooien scheiden goede en slechte elementen uit elkaar houden 6
32 De riem afleggen stoppen met werken 7
33 De voeten onder de tafel steken op kosten van een ander eten 8
34 De zon gaat bloedrood onder morgen veel wind 5
35 De zwaluwen vliegen laag het gaat regenen 5
36 Door zijn haar groeien kaal beginnen worden 5
37 Een bees ophebben dronken zijn 8
38 Een boenk geven een rondje betalen 6
39 Een dag te voet hebben gekregen een dag gestraft worden/niet betaald worden 7
40 Een doef gaan vallen 6
41 Een doef/een boenk gaan een zware val doen 7
42 Een draai aangeven iets veranderen in jouw voordeel 6
43 Een droge lever hebben verslaafd zijn aan drank 9
44 Een duivel aandoen het iemand lastig maken, pesten 6
45 Een fijne neus hebben iets dadelijk opmerken 9
46 Een frisse kop hebben ik voel me goed 9
47 Een gat in de dag slapen heel laat slapen 6
48 Een gat in de lucht springen heel blij zijn 6
49 Een goede engelbewaarder hebben ze hebben geluk gehad 9
50 Een goede haan wordt niet vet een seksueel actieve man blijft mager 5
51 Een goede kop hebben gemakkelijk leren 9
52 Een goede raad in de wind slaan niet luisteren naar een goede raad 6
53 Een groot blad hebben kwaadspreken 10
54 Een kat een kat moeten noemen moeten zeggen zoals het is 7
55 Een kemel schieten een stommiteit doen of zeggen 7
56 Een klap van de hamer krijgen plots opkomende vermoeidheid na zware inspanning 6
57 Een klop hebben gekregen een inzinking hebben gekregen 7
58 Een pik hebben het op iemand gemunt hebben 7
59 Een slag op zijn ketel/van de molen hebben gekregen zot zijn 8
60 Een stuk in zijn kraag/ster hebben dronken zijn 7
61 Een toer teveel op de molen hebben gezeten zot zijn 7
62 Een vijs aan los zijn zot zijn 7
63 Een vijs te veel hebben zot zijn 9
64 Een zwier geven een biertje drinken 6
65 Er een boenk op geven gaan feesten 7
66 Er een haar in de boter zitten iets haperen 5
67 Er hun broek gaan aan scheuren ze gaan er aan verliezen 10
68 Er met je muts naar slaan er naar raden, gissen 7
69 Er met je neus op staan ik stond er vlakbij, ik zag het zo gebeuren 7
70 Er met vuile voeten doorgaan recht op het doel afgaan, zelfs hardhandig 8
71 Er mijn gat aangeven ik trek mij er niets van aan 8
72 Er mijn voeten aanvegen er geen rekening mee houden 8
73 Er nog een keer een daag over gaan slapen er nog eens over gaan nadenken 6
74 Er van onder muizen stilletjes verdwijnen 5
75 Ernstig/serieus aan het kloten zijn aan het knoeien zijn 6
76 Ge moet niet zo van uw gat maken Ge moet niet opspelen 6
77 Geen hemd aan zijn lichaam hebben doodarm zijn 9
78 Geen kloten aan je lijf hebben lui zijn 9
79 Geen oog toedoen slecht slapen 6
80 Geen slapende honden moeten wakker maken men moet de aandacht niet op iets vestigen waavan men onaangename gevolgen kan ondervinden 7
81 Geen stro verleggen niets doen 6
82 Geen voet verzetten niets hebben gedaan, geen poot hebben uitgestoken 6
83 Geen zittend gat hebben altijd met iets bezig zijn 9
84 Goed behangen/getapiseerd zijn kennelijk dronken zijn 7
85 Goed van de hand gingen vlot verkocht 5
86 Haar op zijn tanden hebben van niemand of niks vervaard 9
87 Heel wat voeten in de aarde hebben lang duren 7
88 Hemel en aarde hebben verzet ik heb alles in het werk gesteld, mijn uiterste best gedaan 7
89 Het gat schoon zingen de geschikte gelegenheid vinden, zien 6
90 Het ging over koetjes en kalfjes het ging over allerlei onbeduidende zaken 6
91 Het is naar de duivel het is stuk, kapot 6
92 Het kaf van de koren scheiden het waardevolle van het waardeloze scheiden 6
93 Het kind uithangen belachelijk, onnozel doen 7
94 Het laatste stro uit het dak trekken altijd laat blijven hangen 6
95 Het vijfde wiel aan de wagen zijn teveel zijn, overbodig zijn 6
96 Het water ruikt het weer gaat veranderen 5
97 Het zwarte schaap zijn degene die van alles de schuld krijgt 7
98 Hij heeft mij een pater op mijn gat geschilderd hij heeft mij voor de gek gehouden 6
99 Hij mag in zijn handen wrijven hij mag blij zijn 6
100 Hij zou zijn hemd weggeven alles zouden weggeven 9
101 Hoger willen schijten dan zijn gat meer uitgeven dan men verdient 7
102 Iemand daar in zijn hemd gezet hebben iemand voor schut gezet hebben 9
103 Iemand de duivel aandoen iemand treiteren, erg plagen, kwellen 8
104 Iemand de neus afbijten iemand afsnauwen 11
105 Iemand de prang op de neus zetten iemand dwingen te vertellen wat hij niet graag zegt 9
106 Iemand een keer de prang op de neus gaan zetten iemand kort gaan houden 8
107 Iemand een keer zullen inspannen iemand eens aan het werk zullen zetten 8
108 Iemand eens een kloot zullen aftrekken iemand eens iets zullen lappen 10
109 Iemand geen stro in de weg leggen iemand in niets hinderen 8
110 Iemand inspannen kinderen op kot zetten 8
111 Iemand wat meer achter zijn lui gat zitten iemand wat meer aan het werk zetten (ouders tegen kinderen) 9
112 Iets in het zout leggen iets regelen, afhandelen 8
113 Iets niet juist in zijn bovenkamer zijn zot zijn 7
114 Iets van de hand gaan doen iets gaan verkopen of weggeven 8
115 Ik ga dat niet aan uw gat hangen ik ga u dat niet vertellen 8
116 Ik zal je mond openhouden ik zal wel blijven betalen 8
117 In de ballon/schommel hangen dronken zijn 5
118 In de handen spuwen/spiëken er zich aanzetten (aan het werk) 6
119 In de lucht springen heel blij zijn 5
120 In de sakosj komen in orde komen 5
121 In de wind zijn licht beschonken zijn 6
122 In de zevende hemel zijn op het toppunt van gelukzaligheid zijn 6
123 In een peer steven ? 5
124 In geen goed vel zitten er niet gezond uitzien 5
125 In mijn rapen scheten door een bepaalde houding mijn ongenoegen opwekken 5
126 In mijn zakken hebben gescheten ze hebben afgedaan bij mij 6
127 In mijn zakken schijten ze houden me voor de gek 5
128 Je kloten afdraaien hard werken 8
129 Je kloten schuren de lijn trekken 8
130 Je kop moeten uitwerken zijn eigen zin doen 10
131 Je peren hebben gezien veel pijn geleden gehad, veel afgezien 10
132 Kak aan zijn gat hangen veel pretentie hebben 6
133 Kleine oogjes hebben bijna in slaap vallen van vermoeidheid 9
134 Lange tenen hebben zich snel aangevallen voelen 9
135 Leeg ophebben geringschatten, een lage dunk hebben 5
136 Met de kippen op stok gaan vroeg gaan slapen 5
137 Met de wind meedraaien gemakkelijk van mening veranderen 5
138 Met een aanhangwagen/remork zitten een glas krijgen als het vorige nog niet uit is 5
139 Met een erwt in zijn gat zitten schrik hebben 5
140 Met een stro te houden zijn zich gemakkelijk laten ophouden 6
141 Met je kop in de grond lopen verdrietig of mistroostig zijn 5
142 Met zijn gat in de boter vallen het goed treffen, geluk hebben 5
143 Met zijn kop spelen dwaas/koppig zijn 5
144 Mijn eksteroog (likdoorn) steekt het gaat regenen 5
145 Mijn handen zijn gebonden ik kan niet doen wat ik wil 7
146 Mijn kalf komt hier averecht verkeerd 5
147 Mijn ogen staan niet op mijn gat ik kijk goed uit 5
148 Mijn voeten hebben kou het gaat sneeuwen 7
149 Naar de grote koer gaan gaan kakken 5
150 Niet aan je neus gaan hangen ik vertel het niet 6
151 Niet alle vijf op een rij hebben zot zijn 7
152 Niet graag in die zijn schoenen zouden staan niet in zijn plaats zouden willen staan 7
153 Niet in je haak/plooi zijn niet goed voelen 6
154 Niet met mijn kloten laten spelen mij niet voor de gek laten houden 5
155 Niet uit de weg kunnen zich maar zwak vullen 6
156 Niet verder zien dan zijn neus lang is weinig doorzicht hebben 5
157 Niet zo achter mijn hielen moeten lopen niet zo achter mij aanlopen 6
158 Nog altijd aan moeders rokken hangen blijven in de buurt van moeder, nog afhankelijk zijn 5
159 Ogen op je gat hebben goed uitkijken 9
160 Op de sukkel zijn problemen met de gezondheid hebben 6
161 Op een weer zitten op iets doorbomen, zagen 5
162 Op goede voet staan vriendschappelijk omgaan met 5
163 Op grote voet leven ze verkwisten 5
164 Op haar pantoffels afkomen iets willen bekomen 5
165 Op je kop mogen staan (ik zeg "nee") toch zal ik doen wat ik wil, wat je ook doet of zegt 7
166 Op je slippen hebben gelegen te lang slapen 6
167 Op zijn asem zijn kortademig zijn 6
168 Op zijn brood krijgen/geven onder de neus gewreven worden, ingepeperd worden 5
169 Op zijn gat zitten niets uitvoeren/voorgoed mislukt zijn 5
170 Op zijn hoofd zijn gevallen en blijven botsen zot zijn 6
171 Op zijn lui zouden leggen niets doen, luieren 6
172 Over je toeren zijn overspannen zijn 6
173 Overal je neus in steken zich met alles bemoeien 10
174 Rap op zijn tenen getrapt zijn snel beledigd zijn 6
175 Staan schilderen vruchteloos wachten 5
176 Uit de hand lopen verkeerd gaan 5
177 Uit de lucht vallen zeer verwonderd doen, verrast zijn 5
178 Van achter de koeien komen van het platteland komen 5
179 Van de duivel bezeten zijn woest zijn, gek doen 6
180 Van de hemelse dauw leven denken dat je kan leven zonder iets te doen 5
181 Van de wind/hemelse dauw alleen niet konden leven men middelen van bestaan moest hebben 7
182 Van haar noch pluim kennen iemand helemaal niet kennen 6
183 Van hetzelfde laken een broek krijgen hetzelfde onaangename gevolg ondergaan 6
184 Van mijn voeten zijn het gaat hier niet zoals ik het graag zou hebben 6
185 Van zijn buik een God maken alleen bekommerd zijn om eten en drinken 6
186 Vast in hun schoenen staan zeker van hun zaak staan 5
187 Veel wind maken onnodige drukte maken 6
188 Vierkantig uitlachen in zijn gezicht uitlachen 5
189 Voor de poort gestaan hebben zo beschonken geweest zijn dat men dacht te sterven 6
190 Voor pastoor/priester leren hij begint te kalen op zijn kruin 5
191 Ze niet allemaal/alle vijf hebben zot zijn 7
192 Ze schijten mij uit ze lachen mij uit 6
193 Ze spelen met mijn voeten iemand voor de gek houden 9
194 Zich van de zot houden doen alsof hij van niets weet 8
195 Zijn gange gaan een liederlijke levenswijze leiden 8
196 Zijn hemel op aarde hebben verdiend hij heeft een hard leven gehad en desondanks voorbeeldig geleefd 9
197 Zijn hoed staat scheef hij heeft blijkbaar te veel gedronken 5
198 Zijn kaas opfretten zich iets erg aantrekken 8
199 Zijn lepel hebben gelaten hij is gestorven 9
200 Zijn neus voorbij spreken meer zeggen dan men mag of kan verantwoorden 8
201 Zijn paraplu is toe hij is gestorven 7
202 Zijn patatten afgieten plassen 8
203 Zijn pluimen verliezen haar beginnen verliezen 8
204 Zijn schop/spade gaan afkuisen ermee gaan ophouden 9
205 Zijn tenen zullen moeten uitkuisen heel erg zijn best moeten doen 10
206 Zijn wekker is stilgevallen hij is gestorven 6
207 Zijn wereld kennen goede omgangsvormen hebben 8
208 Zijn ziel aan de duivel verkopen die zou alles doen om zijn doel te bereiken 8