Brees

Custom Properties

Principal location
Bree
Source
Woordenboek van het dialect van Bree en omgeving (1996). Schoofs, Rik. Groot-Bree: Geschied- en heemkundige kring, 2de uitg.
233 records found.
# Idiom Meaning Number of properties
1 Aan een bakmool staan Zwaar werk doen 5
2 Aan het dunnen(dinnen?) zijn Diarree hebben 5
3 Aan het schijten zijn Diarree hebben of bang zijn 5
4 Aan het spelden/spangen zijn Gebukt lopen 5
5 Achter de hek getrouwd zijn Ongehuwd samenleven 5
6 Al heel wat brood op haar plank hebben Lichamelijk al goed ontwikkeld 7
7 Altijd in de haam zien Steeds bezig zijn 5
8 Altijd met de laatste tram komen Altijd op het nippertje komen 5
9 Boven aard liggen De overledene is nog niet begraven 5
10 Daar de stijpkes van krijgen Helemaal van slag zijn 6
11 Daar is geen zalf aan te strijken Daar is niets aan te verhelpen 7
12 Daar mijn buik van vol hebben Daarvan meer dan genoeg hebben gehad 9
13 Daar tegen hebben al veel vogelkes gekakt Iets zal wel flink wat tijd duren 5
14 Daar wil ik voor tekenen Als dat kan, dan zou me dat wel wat waard zijn 6
15 Daar zeker hun broek aan hebben gescheurd Er een aanzienlijk nadeel (financieel) aan gehad hebben 8
16 Daar zitten duiven op het dak ??? 7
17 Dat is om te stelen Bijzonder mooi zijn 6
18 De beek gesloten hebben Failliet zijn 6
19 De belhenger maakt dat weer eens de lamp aan Die spuiter maakte het daar weer eens al te bont 5
20 De bier uit een andere vet moeten tappen Je zal er iets anders op moeten verzinnen 7
21 De fijne spelen/uithangen Vleien 6
22 De höbs goed lullen Je hebt het goed zeggen 6
23 De kat bij het spel zetten Koppelaar spelen 6
24 De kleren hebben uitgedaan Hij heeft de priesterkleren afgelegd 6
25 De koe staat droog Er zijn geen financiële middelen meer 5
26 De kont hier gemakkelijk onder een dier doortrekken Zo mager is ze 6
27 De kont tegen de krib zetten Koppig zijn, of flink aan het werk schieten 6
28 De koude door zijn De moeilijkste periode is allicht voorbij 7
29 De lompste boeren hebben de dikste appels Men moet niet slim zijn om veel geluk te hebben 7
30 De muur bij de rekel/remmeleer/rammeleer zetten Koppelaar spelen 6
31 De panne van het dak spelen Het team gaf zich ten volle 6
32 De pijp aan Marte/Teng geven Het opgeven 6
33 De pips aan het hart houden Ergens zenuwachtig of verdrietig van zijn 6
34 De pist in zijn Met de noorderzon verdwenen 7
35 De plooi glaad strijken Problemen uit de weg ruimen 6
36 De regkestrank/ruggengraat smeren Een borrel nemen tijdens het werk 6
37 De saus is beter dan de vos In dit geval is de bijzaak beter dan de ??? 6
38 De schroef moeten aandraaien Maar strenger moeten optreden 7
39 De spijker/zolder op een klop slaan De juiste woorden gebruiken 6
40 De vuile was buitenhangen Zijn eigen leed of problemen rondvertellen 6
41 De week gaan delen 's woensdags uit vrijen gaan 6
42 Den achterhaam trekken Niet meer werken; liever lui dan moe zijn 6
43 Den dikke (willen) draaien De baas willen spelen 7
44 Den draad kwijt zijn Het verband of de samenhang niet meer kunnen zien 7
45 Den duivel zit altijd op grootste hoop Rijken en vooraan staanden worden steeds bevoordeeld 5
46 Den hemel op aard hebben Alles hebben wat je kan wensen 7
47 Den oude aap geen smul leren trekken Een oudere geen gedragsregels willen voorschrijven, geen streken willen leren 6
48 Door de mand gevallen zijn Niet geslaagd zijn 5
49 Door de spitsroede lopen Erg streng of hard aangepakt of onderzocht worden 5
50 Door het moosgaat naar binnen komen Zo goed als ongemerkt binnengeraken 5
51 Een appel om ermee te schillen hebben Nog iets met iemand willen afrekenen 7
52 Een beer op sokken zijn Zo stilletjes aan komen 7
53 Een cent in twee bijten Erg gierig zijn 6
54 Een gegeven paard mag je niet in de smoel kijken Bij een geschenk past er geen kritiek 7
55 Een goede snij ophebben Goed aangeschoten zijn 6
56 Een keekske hebben gebakken van dezelfde dag Iemand met dezelfde munt tergbetalen 6
57 Een mûzelummel wijd zijn Het is helemaal niet ver 7
58 Een poets hebben gebakken Achter iemands rug iets uitsteken en daardoor veel ongemak bezorgen 6
59 Een scheef klak op hebben Wat niet recht is 7
60 Een slag van de molen hebben (gekregen) Een licht debiele houding aannemen 6
61 Een vlo in zijn oor hebben Ongerust of erg nerveus zijn 7
62 Er een mouw aanpassen Het trachten op te lossen 6
63 Er een stekske voor steken Iets verijdelen 6
64 Er geen brood in zien Er geen winstgevende mogelijkheden in zien 6
65 Er geen gat in zien Er geen oplossing voor zien 6
66 Er hart of start aan krijgen Iets niet snappen 6
67 Er met de haar bijgeslapen hebben Een droogreden zijn 5
68 Er vanonder puizen/muizen Zich snel onder de voeten uit maken 5
69 Ergens geld uit slaan Er winst uit maken 6
70 Fijne broodjes bakken Vleien, mouwvegen 6
71 Gat in het lijf hebben Als een of ander ongemak of ziekte hebben 7
72 Geen drie draad meer aan mijn lijf houden Doornat zijn 6
73 Geen klein bier zijn Dat werkje is niet zo eenvoudig 7
74 Geen koude kak zijn Het is geen sinecuurtje 7
75 Geen nagel hebben voor aan zijn kont te krabben Niets bezitten 7
76 Geen nat of geen droog krijgen Niets te eten of te drinken krijgen 6
77 Geen thuis meer hebben Verlaten en verweesd achterblijven 7
78 Geen traan zullen vrij laten Het zal me niet bedroeven 6
79 Gene frang op hun lep houden Geen geld meer (bij) hebben 6
80 Haar erwten uit hangen Die heeft het daar verbruid en is er niet langer welkom/zij is aan het einde van haar mogelijkheden 8
81 Haar open tand hebben Kordaat zijn (of haar) mannetje staan 9
82 Het beekske eens zullen opendoen Iets openbaar maken wat iemand zoal uitgestoken heeft 6
83 Het heilige inhobben Het oprecht menen 6
84 Het heilige zinnens zijn Het oprecht menen 7
85 Het is vijf voor twaalf Hoogste tijd zijn 6
86 Het kemood krevelen Wordt gezegd van een would-be vrijer diet niet verder dan de voordeur of de commode mag komen 6
87 Het mes in het varken laten staan Iets niet voltooien 6
88 Het net aan zestig hebben Het niet gemakkelijk hebben 8
89 Het spek aan zijn been/kont hebben De gevolgen moeten dragen 7
90 Het spel uit den hondsnost halen Gierig zijn; zijn profijt zoeken waar het normaliter niet te halen is 6
91 Het spel zit op de wagen Het zal er allicht warm aan toegaan 5
92 Het vijfde raad/wiel aan de wagen zijn Overbodig zijn 7
93 Het zal gaan stuiven Het zal er allicht warm aan toegaan 5
94 Hun geng gegange hebben De bloemetjes buiten hebben gezet 8
95 Iemand aan praat houden Bezighouden om de aandacht af te leiden 7
96 Iemand de stijpen op het lijf jagen Iemand erg bang maken 8
97 Iemand de uren afzeggen Tot vervelens toe zeuren 8
98 Iemand het brood uit zijn mond stelen Iemand onterecht geldelijk benadelen 8
99 Iemand in zijn kont kruipen Iemand overdadig vleien om het een of ander te verkrijgen 7
100 Iemand in zijn tek vliegen Iemand brutaal en hard aanpakken 7
101 Iemand onder de tafel drinken Meer drinken dan iemand anders 7
102 Iemand onder de voeten lopen Iemand volledig overheersen/in de weg lopen 7
103 Iemand op een reester/rooster leggen Streng ondervragen 7
104 Iemand op stiepkes trekken Iemand beetnemen 7
105 Iemand op stoopjes trekken Iemand in het ootje nemen 7
106 Iemand op zijn hart terden Iemand diep grieven 7
107 Iemand op zijn pochel geven Afranselen of duchtig uitschelden 7
108 Iemand op zijn start treden Iemand affronteren 7
109 Iemand tegen zijn kar rijden Iemand leed aandoen of affronteren 7
110 Iemand uitmaken voor alle vuile vos Iemand terdege uitschelden/voor de gek houden 7
111 Iemand van een zak lullen Iemand dusdanig bepraten 7
112 Iemand van hart of start kennen Iemand helemaal niet kennen 7
113 Iemand voor het lap houden Iemand voor de gek houden 7
114 Iemand zeker niet aan een touw kunnen houden Toch niet altijd naast iemand staan 8
115 Iemand zijn vet geven Iemand zijn waarheid zeggen 10
116 Iets door de vingers zien Doen alsof men het niet opgemerkt hebben 7
117 Iets in het snijdtje houden Het door hadden 7
118 Iets in zijn adem vertellen Zonder te rusten, achter elkaar 7
119 Iets niet allemaal op een rij hebben Niet goed snik zijn 8
120 Iets niet onder benk of steel steken Iets niet verhullen 7
121 Iets op een lange baan sjijven Iets altijd opnieuw uitstellen 7
122 Iets op straat brengen Iets uitbazuinen wat beter verzwegen werd 7
123 Iets uit het vuistje eten Snel en kleinigheid eten 7
124 Iets van nietjes tot draadjes uitleggen ??? 7
125 Ik kan niet toveren/heksen Ik vermag geen verschillende dingen tegelijk te doen 6
126 Ik kan niet vliegen Ik kan niet alles tegelijkertijd doen 6
127 In de bloem schijten Raak treffen 5
128 In de peren/patatten zitten Problemen of diepe zorgen hebben 5
129 In den haam vliegen Aan het werk schieten 5
130 In den héérd/haardvuur liggen Niets nuttend thuis zitten 5
131 In den olie zien Erg beschonken zijn 5
132 In het midden in bed liggen Het grootste voordeel aan zijn kant krijgen 5
133 In het perdel laten Als verloren achterlaten 5
134 In het sigkelstreetsje waren Een periode van tegenspoed of van mindere gezondheid doormaken 5
135 In zijn broek zijn Het flink benard en benauwd hebben 6
136 In zijn huid niet duigen Vals en onbetrouwbaar zijn 5
137 In zijn huis doen In zijn broek doen 5
138 In zijn tek hebben gevlogen Met iemand ruzie maken 5
139 Kleine potjes hebben grote oren Kinderen luisteren vaak zeer aandachtig toe 7
140 Koud en warm tegelijk blazen Tegelijkertijd zeggen dat iets wit en zwart is 6
141 Langs zijn schoenen lopen Erg verwend zijn, of te veel verbeelding hebben 5
142 Leije Löns op zijne rug hebben gezeten Werkschuw zijn 5
143 Met de haus/handschoen trouwen Als één van de trouwers wegens omstandigheden niet aanwezig kan zijn 5
144 Met de kont tegen de krib duwen Dwars liggen, tegen werken 5
145 Met de leren tram gaan Te voet lopen 5
146 Met de poppers zitten Bang afwachten, schrik hebben 5
147 Met de wolf in het bos huizen Omgaan met een niet-oprecht iemand 5
148 Met een ei zitten Een probleem of veel zorgen hebben 5
149 Met geen tang vast te pakken zijn Erg smerig en vuil zijn 6
150 Met iemand/iets kort recht maken/spelen Er een spoedig einde aan maken 5
151 Met iets beginnen te gapen tegen een bakoven Het is onbegonnen werk 5
152 Met koude handen aan iemand zijn kont vallen Zich stiekem informeren 5
153 Met zijn kont in de boter vallen Gezegd van wie veel geluk aan zijn (of haar) zijde heeft 5
154 Mijn pijp intrekken Naar bed gaan 8
155 Mijn polder eens gaan opzoeken Gaan slapen 8
156 Mijn rooster is aardig gezakt Zich uitgehongerd voelen 5
157 Mijn rooster lijkt/is aardig leeg Zich uitgehongerd voelen 6
158 Misschien heeft ze haar tong verloren Waarom zegt ze niets? 8
159 Naar Betlehem gaan Gaan slapen 5
160 Naar de Lakestraat verhuizen Gaan slapen 5
161 Naar kerk of klus gaan Ze zijn onkerks. Ze geleiven in God of zee gebod 5
162 Naar mijn polder gaan Naar bed gaan 5
163 Nergens op slagen Pure onzin zijn 5
164 Niet op streepjes kunnen lopen Flink op bedronken zijn 6
165 Nog niet droog achter zijn oren zijn Iemand is nog niet tot de jaren van verstand gekomen 6
166 Nog niet het zout op de lepel verdienen Zeer weinig loon krijgen 6
167 Nog veel te kraaien staan Daar moeten nog veel rekeningen betaald worden 6
168 Onder de slof liggen Niet veel in de pap te brokken hebben 5
169 Onder den draad doorgekruipen zijn Hij is vreemd gegaan 5
170 Op den deur was er veel van zijn melk Uiteindelijk was hij helemaal de kluts kwijt 5
171 Op den deur zat er veel van zijn melk Uiteindelijk was hij helemaal de kluts kwijt 5
172 Op een wier zitten Niet verder met dit werk of dit probleem kunnen gaan 5
173 Op eieren lopen Heel voorzichtig lopen 5
174 Op zijn kin moeten kloppen Minder eten of veel zuiniger gaan leven 6
175 Op zijn sloffen afkomen Langs een omweg iets trachten te krijgen of te achterhalen 5
176 Op zijn smacht lopen Er op uit zijn om gratis eten en/of drinken te krijgen 5
177 Op zijne frang zitten Gierig, hebzuchtig zijn 5
178 Paal houden Volharden, het in geen geval opgeven 6
179 Perzongsies/presumpties op iemand hebben Iemand ergens van verdenken 6
180 Petrol geven Flink doorzetten 6
181 Stoom afblazen Even op adem komen 6
182 Tegen de lamp vliegen Een blauwtje oplopen 5
183 Toen laag het op zijn kont Toen was het ermee gedaan 5
184 Toen veel zijne frang Toen begreep hij het eindelijk 8
185 Uit de hol kruipen toon den duivel nog sleep Erg bijdehand zijn 5
186 Uit de tuun vallen Niet passen bij 5
187 Uit zijn schelp komen Na enig wachten te voorschijn komen 5
188 Uit zijn slof schieten Zich boos maken 5
189 Van bed op stro hebben geholpen Van de regen in de drop helpen 5
190 Van de hand in den tand leven Er zorgeloos op los leven 5
191 Van den oude stempel zijn Zoals het vroeger gewoonte was 6
192 Van een schoon tafel kan je niet lang eten Wie met een erg mooi meisje trouwt, loopt soms het gevaar achteraf problemen te krijgen 6
193 Van goede huizen zijn Van goede afkomst zijn 6
194 Van het oude in het nieuw spelen Muziek maken van oudejaarsavond tot nieuwjaarsdag 5
195 Van kapiet geven Stevig doorwerken 5
196 Van leer trekken Nogal opgewonden en gezouten zijn mening zeggen 5
197 Van toe te noch blazen weten Helemaal van niets weten 5
198 Van zijn plume verlizen In aanzien of waarde dalen 5
199 Van zijn stekske/klot vallen In onmacht vallen 5
200 Van zijn sus vallen In zwijm vallen 5
201 Van zijne klot vallen Bewusteloos vallen 5
202 Via de pin komen Te voorschijn komen 5
203 Vooruit moet de geit Komaan, aan het werk 6
204 Water in het kelder hebben Zijn broekspijpen zijn te kort 7
205 Zeker op een kermisdag geboren zijn Die persoon is een eeuwige optimist 5
206 Zeker wat op haar lever hebben Die heeft wellicht geen gerust geweten; of: die zou wel iets willen te berde brengen, maar ze kan of durft niet 6
207 Zich een breuk lachen De slappe lach krijgen 7
208 Zich een pustsje/boomstronk kunnen geven Ze hebben dezelfde aard of gewoonten 8
209 Zich een snoek vangen Mislukken, in het water vallen 7
210 Zich in zijne buik gebeten hebben Zich terdege misrekend (en daarvan nadeel ondervonden) hebben 7
211 Zich kapot lachen Buitenissing lachen 7
212 Zich op zijn kop laten sjijten Zich weerloos laten beledigen 7
213 Zich van twaalf uur tot middag onthouden Ik kan bijna niets meer onthouden 5
214 Zich wel een snoek op zolder voelen Zich ongemakkelijk voelen 8
215 Zich werken te bersten Zich "dood" werken 7
216 Zijn aardappel nog net uit hangen Gaten in zijn kous hebben 8
217 Zijn aardappel nog net uit hebben Gaten in zijn kous hebben 9
218 Zijn beekske te buiten gaan Wat ver gaan 8
219 Zijn bienkes hebben Hij heeft het daar verkorven 9
220 Zijn biertand nog moeten laten trekken Nog tot de jaren van verstand moeten komen 9
221 Zijn draai niet (kunnen) krijgen Moeilijk aarden of moeizaam trachten uit een impasse te geraken 9
222 Zijn hand staat verkeerd Niet van werken houden; niet handig zijn 5
223 Zijn hooi nog moeten binnen doen Zijn gulp staat open 9
224 Zijn lampke is uitgegaan Hij is (definitief) heengegaan 5
225 Zijn oude schoenen voor de gek houden Als je toch wil spotten, begin dan eerst met jezelf voor de gek te houden 8
226 Zijn pier zien Het moeilijk hebben, afzien 8
227 Zijn pijp is aan het uitgaan Hij ligt op te sterven 8
228 Zijn schaapjes op het droog hebben Genoeg verdien hebben om te kunnen rentenieren 9
229 Zijn schuur opentrekken Een grote mond opzetten 8
230 Zijn slot werkte niet meer Geen controle meer over zijn sluitspieren hebben 5
231 Zijn spuren verdienen Bewijzen wat men waard is 8
232 Zijn stomp vol hebben Iemand die meer dan genoeg dronken heeft 9
233 Zijn tuug over de hek hebben gegooid Hij heeft de priesterkleren afgelegd 8