Idiom

Idiom
iemand de keel afbijten; het bijt hem de keel af
Meaning
hij kan er haast niet afblijven, zo veel honger heeft hij
Dialect
Utrechts
ID
76

Properties

Gloss and translation

id: 114

Mostly acceptable

iemand someone de the.SG.NN keel throat afbijten; off_bite; het it bijt bites hem him de the.SG.NN keel throat af off

to be really hungry; he's really hungry for something (Lit.: to bite someone's throat off; it bites him the throat off)

Structure

Animacy of the open position
Animate
Direct object type
Definite
General structure
V DO IO
Is the DO modified (by an adjective)?
No
Open position
IO

Verbal properties

Aspect
Simple
Tense
Present
Voice
Active

Sentences

Unknown
Gisteren beet het mij de keel af, maar vandaag bijt het hem die keel af.
Unknown
De keel wordt/is hem afgebeten.
Unknown
Hij beet hem de hongerige keel af.
Unknown
Jan heeft al uren niks gegeten, dus het bijt hem een keel af.
Unknown
Hij beet hem de schorre keel af.
Unknown
Gisteren beet het mij de keel af, maar vandaag bij het hem zijn keel af.
Unknown
s Ochtends, 's middags, 's avonds: het bijt hem elke keel af.
Unknown
Nou, de keel beet het hem zeker af.
Unknown
Nou, de keel af beet het hem zeker.