Idiom

Idiom
Benomen zijn
Meaning
zich bedwingen uit bescheidenheid of uit vrees, verlegen zijn, niet op zijn gemak zijn, beschaamd zijn
Dialect
Brugs
ID
3787

Properties

Gloss and translation

Structure

General structure
V A/Adv
Is the DO modified (by an adjective)?
No
Is the verb either "zijn" or "hebben"?
Zijn

Verbal properties

Aspect
Simple
Tense
Present
Voice
Active