Idiom

Idiom
Den haan buiken
Meaning
wordt bij de landlieden schertsend gezegd van een paardenknecht wanneer, in het mennen van de oogst, zijn wagenvoer omklaait
Dialect
Brugs
ID
2328

Properties

Gloss and translation

Structure

Direct object type
Definite
General structure
V DO
Is the DO modified (by an adjective)?
No

Verbal properties

Aspect
Simple
Tense
Present
Voice
Active