Idiom

Idiom
de bokkepruik op hebben
Meaning
slecht gehumeurd zijn
Dialect
Utrechts
ID
17

Properties

Gloss and translation

id: 108

Mostly acceptable

de the.SG.NN bokkepruik buck's_wig op on hebben have

to be grumpy (Lit.: to have the buck's wig on)

Structure

Direct object type
Definite
General structure
V DO
Is the DO modified (by an adjective)?
No

Verbal properties

Aspect
Simple
Tense
Present
Voice
Active

Sentences

Mostly not acceptable
Vaak heeft Maartje de bokkenpruik op, maar nu heeft Els die pokkenpruik op.
Mostly not acceptable
Hij heeft de sombere bokkenpruik op.
Acceptability varies by speaker
Alles ging mis bij Jan, dus hij heeft nu al de hele dag een bokkenpruik op.
Mostly not acceptable
Hij heeft de witte bokkenpruik op.
Mostly not acceptable
Vaak heeft Maartje de bokkenpruik op, maar nu heeft Els haar bokkenpruik op.
Mostly not acceptable
Op het werk, bij haar vriend, in het verkeer: Maartje heeft echt altijd elke bokkenpruik op.
Acceptability varies by speaker
Jazeker, de bokkenpruik heeft hij altijd op!